Adeje

Adeje is een groot dorp in het zuiden van Tenerife. Het ligt ongeveer vijf kilometer landinwaarts. Het mag dan ook niet verward worden met Costa Adeje, het toeristenoord dat enkele decennia geleden bedacht is en ongeveer ter hoogte van Adeje aan de kust gerealiseerd is. Costa Adeje is vernoemd naar Adeje, maar er is een paar kilometer afstand tussen beide plaatsen. Waar Costa Adeje eigenlijk alleen maar bevolkt wordt door toeristen, daar is Adeje eigenlijk vooral een dorp waar de lokale mensen wonen. Veel mensen die in het toerisme werkzaam zijn wonen zelf in Adeje.

Het is een plaats met een vrij korte reistijd naar de vele hotels, winkels, bars en restaurants waar de bevolking vooral werkzaam is. Toeristen zie je eigenlijk bijna niet in Adeje. Als je door de straten loopt dan is het bijna alleen maar Spaans wat je hoort. Het dorp is eerlijk gezegd ook niet bijzonder genoeg om als toerist te verblijven, tenzij dat je persé tussen de locals wilt vertoeven. Mensen die vooral niet in de grote toeristenoorden willen verblijven, maar wel korte afstand van deze oorden willen zitten die kunnen dat in Adeje doen.

Zodra je Adeje binnenrijdt word je eigenlijk op het verkeerde been gezet. We gaan er voor het gemak vanuit dat je tot de negentig procent van de mensen behoort die vanuit zuidelijke richting het dorp binnenrijdt. De kans is groot dat je op een gegeven moment uitkomt in een aaneenschakeling van vrij nauwe straten. Op zich vallen de straten wel mee, maar zijn het de geparkeerde auto’s die het je soms knap lastig kunnen maken. Als je hier eenmaal in terecht komt, is er een redelijke kans dat je onderweg weinig gezien hebt wat je nieuwsgierigheid prikkelt.

De nauwe straten en de weinige vrije parkeerplekken zullen er mogelijk voor zorgen dat je uiteindelijk Adeje aan de zuidkant weer verlaat zonder uitgestapt te zijn. Zou jammer zijn, want op deze manier loop je de schatten van Adeje mis. Als je de auto wel parkeert en de moeite neemt om vervolgens via de hoofdstraat omhoog te wandelen in noordelijke richting dan leer je Adeje pas een beetje kennen. Dan ontdek je de winkels en terrasjes waar vooral het dagelijks Canarische leven zich afspeelt. Kijk vooral ook eens naar binnen als je de kans krijgt.

De mooiste gebouwen van Adeje kom je pas aan het eind van je wandeltocht tegen. Het hoogtepunt wordt gevormd door de Santa Úrsulakerk die haar oorsprong vindt in de vijftiende eeuw. Toen was deze witte kerk nog een kapel, pas in de zestiende eeuw is er een flinke uitbreiding geweest waarbij de kapel verbouwd is tot kerk. De kerk is voor fanatieke wandelaars ook het beginpunt van een pittige wandeltocht. De wandelroute door de Barranco del Infierno (de Helletocht) duurt ‘slechts’ 6,3 kilometer, maar is vrij pittig vanwege de matige omstandigheden van het wandelpad.